12-02-2019, 02:02 PM
Geachte heer Coucke,
Beste Marc,
Toen je onze club in 2013 overnam, werd je met open armen ontvangen.
We hadden dringend versterking nodig en jij maakte dat mogelijk.
Als ‘supporter van kindsbeen af’ voelde je dat het moment was aangebroken om ‘de club van je hart’ te gaan leiden. Je sprak over een ‘tienjarenplan’ om van KVO een volwaardige, zelfbedruipende eersteklasser te maken. Je was ‘een van ons’ en werd op handen gedragen.
Je genoot met volle teugen van de aandacht en de champagnefeestjes werden legendarisch.
Oude rotten als ikzelf keken met verwondering naar het schouwspel dat je opvoerde, maar wilden ook graag geloven dat je het goed met onze club voor had.
2 jaar geleden kwam de aankondiging van je vertrek naar Anderlecht als een donderslag bij heldere hemel.
Je liet ons verweesd achter.
Toen we een eerste keer bij jou op bezoek kwamen, in je nieuwe thuis, bezorgde je ons een nieuwe kaakslag door de manier waarop je meende te moeten vieren hoe onze ploeg werd ingemaakt.
Meer en meer verhalen staken ondertussen de kop op over de zware erfenis waar je ons mee had opgezadeld (lijken die uit de kast vielen ; waar hoorden we dat nog?).
Nu staat het water ons aan de lippen en jij bent onze grootste schuldeiser.
Bij Anderlecht beleef je zelf ook geen hoogdagen. Je bent er een buitenstaander en zeker nu het slecht gaat zul je dat gevoeld hebben. Net als in het wielrennen lusten ze in de hoofdstad wel je centen, maar niet je persoonlijkheid. Je zult er nooit de genegenheid ervaren die in Oostende je deel was. We zien je op televisie als een schim van je flamboyante zelf en als wij niet nog dieper in de miserie zouden zitten, zouden we zelfs medelijden met jou hebben.
Maar alles is nog niet verloren.
Ook al zijn er hier veel mensen die je rauw lusten (je grootste aanbidders van destijds zijn het diepst gekwetst), toch kan je hier bij veel mensen nog steeds op sympathie rekenen. Anderen zullen zeker bereid zijn je terug een kans te geven, als je die strop rond onze nek weghaalt.
Het is weldra weer Kerstmis, een tijd van vergeving. In de hemel en in het Albertpark is er meer vreugde over één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig hondstrouwe supporters die geen bekering nodig hebben. Kom gewoon terug naar KV. We gaan je ongezouten ons gedacht zeggen en daarna drinken we samen een pint en beginnen met een propere lei.
Beste Marc,
Toen je onze club in 2013 overnam, werd je met open armen ontvangen.
We hadden dringend versterking nodig en jij maakte dat mogelijk.
Als ‘supporter van kindsbeen af’ voelde je dat het moment was aangebroken om ‘de club van je hart’ te gaan leiden. Je sprak over een ‘tienjarenplan’ om van KVO een volwaardige, zelfbedruipende eersteklasser te maken. Je was ‘een van ons’ en werd op handen gedragen.
Je genoot met volle teugen van de aandacht en de champagnefeestjes werden legendarisch.
Oude rotten als ikzelf keken met verwondering naar het schouwspel dat je opvoerde, maar wilden ook graag geloven dat je het goed met onze club voor had.
2 jaar geleden kwam de aankondiging van je vertrek naar Anderlecht als een donderslag bij heldere hemel.
Je liet ons verweesd achter.
Toen we een eerste keer bij jou op bezoek kwamen, in je nieuwe thuis, bezorgde je ons een nieuwe kaakslag door de manier waarop je meende te moeten vieren hoe onze ploeg werd ingemaakt.
Meer en meer verhalen staken ondertussen de kop op over de zware erfenis waar je ons mee had opgezadeld (lijken die uit de kast vielen ; waar hoorden we dat nog?).
Nu staat het water ons aan de lippen en jij bent onze grootste schuldeiser.
Bij Anderlecht beleef je zelf ook geen hoogdagen. Je bent er een buitenstaander en zeker nu het slecht gaat zul je dat gevoeld hebben. Net als in het wielrennen lusten ze in de hoofdstad wel je centen, maar niet je persoonlijkheid. Je zult er nooit de genegenheid ervaren die in Oostende je deel was. We zien je op televisie als een schim van je flamboyante zelf en als wij niet nog dieper in de miserie zouden zitten, zouden we zelfs medelijden met jou hebben.
Maar alles is nog niet verloren.
Ook al zijn er hier veel mensen die je rauw lusten (je grootste aanbidders van destijds zijn het diepst gekwetst), toch kan je hier bij veel mensen nog steeds op sympathie rekenen. Anderen zullen zeker bereid zijn je terug een kans te geven, als je die strop rond onze nek weghaalt.
Het is weldra weer Kerstmis, een tijd van vergeving. In de hemel en in het Albertpark is er meer vreugde over één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig hondstrouwe supporters die geen bekering nodig hebben. Kom gewoon terug naar KV. We gaan je ongezouten ons gedacht zeggen en daarna drinken we samen een pint en beginnen met een propere lei.